Voor Johan Maas, een kritische denker uit Maassluis, viel het bij het afrekenen van zijn boodschappen allemaal op zijn plaats. ‘Dit is helemaal geen prei of wel?’ riep hij tegen de kassière. ‘Het is een radiozender van de elite om mijn locatie te traceren.’ De zich nergens van bewuste kassière keek op van haar werk en zag hoe de heer Maas haar met zijn beschuldigende vinger aanwees. ‘En jij, jij bent niet eens een kassière, maar een geheim agent die mij in de gaten houdt, jajaja, ik heb jullie door, ik heb jullie allemaal door!’
De heer Maas keek vervolgens paniekerig om zich heen, alsof hij voor het eerst de wereld echt zag. ‘Dit is niet eens een supermarkt, maar een laboratorium om psychologische experimenten uit voeren en ons gedrag te bestuderen. Ik zie het nu, het doek is mij nu eindelijk volledig van de ogen gevallen!’ De door de kassière gebelde winkelmanager probeerde de man te sussen, maar had geen andere keuze dan het bellen van de politie, aangezien de heer Maas hysterisch zijn kleren begon uit te trekken: 'Er zit nanotechnologie in de stof van mijn kleding, ik voel het. Maar ik heb jullie door! Hahaha, ik heb jullie allemaal door!'
Toen de ordehandhaving arriveerde, troffen zij een naakte in elkaar gekropen Johan Maas in een hoek van de diepvriesafdeling aan. Terwijl zij met hem naar hun dienstwagen liepen, maakte hij alle winkelbezoekers uit voor slaven van de illuminati en spuwde hij een kind in het gezicht nadat hij haar voor een dwerg NSB’er had uitgemaakt.
Comments